"President, president, president", scanderen zo'n 200 Catalaanse burgemeesters in een Brussels museum. Ze hebben zich daar verzameld om hun eer te bewijzen aan de afgezette Catalaanse regiopresident Carles Puigdemont. Ongeveer een kwart van de ruim 900 burgemeesters is afgereisd naar de hoofdstad van de Europese Unie.
Als de ex-president dan eindelijk binnenkomt, heffen de burgemeesters hun ceremoniële wandelstokken uit eerbetoon, daarna beginnen ze aan hun toespraken.
Eerder op de dag verzamelden zich demonstranten van alle gelederen in Brussel. Aan de ene kant van het Schumanplein, in het hartje van de Europese wijk, stonden de Spaanse demonstranten. Precies aan de andere kant, nauwlettend door de politie in de gaten gehouden, wachtten de Catalaanse separatisten op de burgemeesters.
En nauwelijks 500 meter verderop gaven Catalaanse ondernemers een persconferentie waarin ze met grafieken lieten zien dat het met de zaken op dit moment niet zo goed gaat. Carlos Rivadulle was één van die zakenmensen. Hij komt uit Barcelona en was op uitnodiging van de liberale fractie in het Europees Parlement.
"Ik volg de wet, dat zouden die burgemeesters ook moeten doen. Als zakenman heb ik erg veel last van al het gedoe", legde hij uit. "Maar ik ben niet de enige die geld verliest. De hele economie gaat achteruit, de consumptie loopt terug en er zijn minder toeristen, dat voelen we allemaal."