Vastgoedman Rudy Stroink moest zich maandag in de Zwolse rechtbank verantwoorden. Hij wordt ervan verdacht een directeur van Google 1,7 miljoen euro smeergeld te hebben betaald om zo een gunstig huurcontract te regelen voor de twee datacentra van zijn bedrijf TCN in de Groningse Eemshaven.
Tom Kreling 17 september 2018 , 20:21Als de 62-jarige vastgoedman Rudy Stroink in de Zwolse rechtbank uitlegt hoe hij in 2008 een Amerikaanse tussenpersoon in de arm neemt om zaken te doen met Google, trekt de oudste rechter vanachter zijn bril even een wenkbrauw op. Als Stroink vervolgens vertelt hoe hij deze bemiddelaar na een kennismakingsgesprek van een uurtje een contract geeft waarmee de Amerikaan een dikke anderhalf miljoen euro kan verdienen, onderbreekt de rechter de vastgoedman.
‘Dus u heeft niet gevraagd naar z’n papieren? En even zijn personalia gecontroleerd?’
‘Nee. Ik kijk iemand in de ogen.’
‘Maar dit gaat om hele bedragen.’
‘Ja.’
‘U heeft hem niet even gegoogeld?’
‘Vast, maar ik weet niet meer of ik wat gevonden heb.’
Bijna tweeënhalf jaar heeft Stroink naar deze maandag uitgekeken. Niet in de zin van een feestelijke gebeurtenis, maar wel omdat hij nu eindelijk hoopt te kunnen uitleggen dat hij nooit smeergeld heeft betaald.
Want dat is waar justitie hem en zijn vrouw Saskia van verdenkt: dat ze een directeur van Google met 1,7 miljoen euro omkochten om zo een gunstig huurcontract te ritselen voor de twee datacentra van zijn bedrijf TCN in de Eemshaven, in het noordelijkste puntje van de provincie Groningen. En dat geld zou via de Amerikaanse bemiddelaar bij de directeur van Google zijn beland.
Onzin, volgens Stroink, gebaseerd op allerlei misverstanden.
Maar eenmaal in de rechtbank raakt Stroink in dezelfde situatie verzeild als zoveel vastgoedcollega’s die hem de afgelopen jaren voor gingen, zoals Jan Dirk Paarlberg, vastgoedhandelaar en kasteelheer, die veroordeeld werd tot vier jaar cel vanwege witwassen van afpersgeld van Willem Holleeder en Jan van V., de stenenschuiver die zeven jaar aan zijn broek kreeg vanwege een hele rits strafbare feiten.
De rechters begrepen hun wereld niet, verzuchtten ze vaak. De wereld van een contract op een bierviltje, van een afspraak met een handdruk en elkaar in de ogen kijken.
‘De ondoorgrondelijke wereld van de onderhandelingen, zeg maar’, noemt de rechtbankvoorzitter het maandag tegen Stroink. En dus zegt ook Stroink na afloop op de gang dat hij de komende dagen alles ‘stap voor stap’ zal gaan uitleggen.
In de kern is het een eenvoudige zaak. In 2008 onderhandelt Stroink met Simon Tusha, lid van het zogeheten AC/DC-team van Google, acquirers of data centers, over een nieuw huurcontract.
Het bedrijf van Stroink heeft een nieuw huurcontract hard nodig. Het is crisis en huurinkomsten van Google moeten TCN overeind houden. Om de onderhandelingen te ‘stroomlijnen’ neemt Stroink de Amerikaan Howard Weinberg in de arm, die hij dus alleen even ‘in de ogen kijkt’.
Lang verhaal kort: er komt een nieuw huurcontract, waarbij Google langer en meer gaat huren. Weinberg krijgt van TCN in delen zijn fee betaald voor zijn werk als adviseur. Dat geld wordt overgemaakt naar een bedrijfje van Weinberg op het Caribische eilandje Dominica en later naar een bedrijfje op de Bahama’s. En vervolgens schuift Weinberg het grootste gedeelte weer door naar Tusha.
Omkoping, zegt justitie. Ik wist daar niks van, zegt Stroink.
Maar wat niet helpt, is dat de Amerikanen Tusha en Weinberg in een Amerikaanse strafzaak al schuld hebben bekend en daarbij zeiden dat ze alles in overleg met Stroink hadden gedaan.
‘Het is toch een beetje hun verhaal tegen dat van u’, stelt de rechter maandag vast. Ze constateert nogal wat opmerkelijke zaken. ‘Maar misschien ben ik te simpel hoor.’ Neem nou de betalingen aan de bedrijfjes op de fiscaal aantrekkelijke locaties Dominica en de Bahama’s. ‘Dat roept toch vragen op.’ Of de boze telefoontjes van Tusha als de bemiddelaar Weinberg lang op zijn geld moet wachten. Waarom belt Tusha namens Google voor een betaling aan een ander? ‘Dat komt toch wat onzakelijk over.’
Maar Stroink zegt dat hij ‘enorm belazerd’ is door Tusha, over wie hij in het strafdossier las dat hij al eens gedoe met justitie had gehad vanwege gerommel met valse cheques. Net zoals hij recent hoorde dat Weinberg onlangs vanwege witwassen van drugsgeld veroordeeld is. Zij zijn de echte boeven.
Als de eerste zittingsdag is afgelopen zegt Stroink op de gang dat hij – ‘net als de rechters’ - erachter wil komen wat er nu precies is gebeurd. Want hij weet ‘werkelijk’ niet h oe alles gelopen is. Die betalingen naar exotische locaties? Alsof hij die allemaal persoonlijk bekeek. Maar goed, dat was zijn wereld. En nu heeft hij te maken met de juridische wereld.
Jarenlang was Rudy Stroink het zelfbenoemde geweten van de vastgoedbranche. Nu zit hij zelf in de beklaagdenbank. Hij zou een medewerker van Google hebben omgekocht. ‘Ik ben al veroordeeld vóór een rechter naar mijn zaak heeft gekeken.’ Lees hier het interview dat Rudy Stroink eerder gaf aan de Volkskrant.